Skip to main content
Hochalmspitze

Nationaal Park Hohe Tauern

Nationaal park Hohe Tauern ligt op de grens tussen Karinthië, Tirol en Salzburg, en is het grootste nationaal park in centraal Europa.

Niet zomaar een indrukwekkend natuurgebied, want het Nationaal park Hohe Tauern wordt gekenmerkt door machtige bergen als de Großglockner en de Großvenediger, gletschers en de wereldberoemde Krimmler watervallen, die op zich al een natuurjuweel zijn.

Maar dat kan je zeggen over veel natuurlijke wonders in het Nationaal park Hohe Tauern.

Ongerepte natuur in Nationaal park Hohe Tauern

Het bijzondere aan de natuur, en het landschap in het Nationaal park Hohe Tauern, is de volldige ongereptheid, en nauwelijks invloed van de mens, die hier toch al sinds menseheugenis woonachtig is, maar beseft dat dit unieke landschap beschermd moet worden.

En dat is meteen ook de kracht van het Nationaal park Hohe Tauern. Dit is authentiek, en iets dergelijks kom je nergens anders tegen in Europa, en ook nagenoeg niet buiten Europa.

Ook een ideale bestemming dus voor de zomervakantie, maar ook voor de winter.

Want dan liggen hier niet alleen een paar erg mooie skigebieden, maar in de wintermaanden is deze natuur nog indrukwekkender.

Het Nationaal park Hohe Tauern is populair in de zomermaanden, vooral bij vakantiegangers die graag gaan wandelen of fietsen.

En daar is genoeg ruimte voor, want de unieke natuur wordt doorkruist door veel en afwisselende wandelpaden.

Wandelen kan je hier niet alleen, maar ook onder begeleiding van een gids, en dat onder het motto, wat je niet kent, dat zie je niet.

En zo is het maar net. Ga je wandelen met een gids, zal je versteld staan van al dat moois, dat je anders nooit gezien zou hebben, want de gids weet precies waar je moet kijken.

Bijvoorbeeld de wilde dieren, die hier nog gewoon voorkomen, zoals bijvoorbeeld de Moeflon en de Steenbok.

Maar, ook andere bergsporten zijn in het Nationaal park Hohe Tauern mogelijk. De regio staat bekend als de wieg van het alpinisme, zeg maar het beklimmen van de bergen.

In 1761 was de Ankogel, 3.251 meter hoog, de eerste berg die officieel bekommen werd, en deze beklimming, net als heel veel andere beklimmingen, kan je vanzelfsprekend ook vandaag de dag nog doen.

Nu is het weer hier meestal toch wel goed te noemen, maar als het weer eens een keertje niet wil meewerken, dan moet je gewoon eens een bezoekje brengen aan “De werelden van het nationaal park” in Mittersill.

Dit natuurmuseum werd in 2006 geopend, en biedt bezoekers een multimediale totaalbeleving, zoals natuurlijke beelden in de tentoonstellingsruimten, die bijzondere titels hebben als bijvoorbeeld “Zomer op de Alpenweide”.